I
wij zijn jong
en mooi
en zachten voor altijd
is het in emerald
en opalen
bewaard
II
kleine zacht
kleine zachtheid
hoogheid
emerald en opalen
kijken en zien
we kijken naar elkaar
gracieus en vol liefde
en weten dat
wij elkaar pakken
en optillen
en tegen elkaar aanvleien
elkaars naaktheid voelen
jij zacht en zo zacht dat
ik mijn eigen naaktheid weet
III
de tuin is vol en groen en veel
van kleuren met bloemen die opeens
nogeens gaan bloeien
alsof het de laatste keer is dat zij haar lichtheid
aan mij wil tonen
om mij te laten weten
dat het niet erg is dat zij weggaat en ik haar verlies en
haar emerald en opalen ogen niet meer kan zien
en dat ik haar mag herinneren zoals zij was
jong en mooi en zacht